Salomo beschikte over 70.000 sjouwers en 80.000  steenhouwers.

De bouw van de tempel duurde 7 jaar. Het tempelhuis was 30 meter lang, 10 meter breed en 15 meter hoog.

 

Bij de bouwe van de tempel werden alleen stenen gebruikt die al in de groeve waren afgewerkt ; in de tempel was tijdens de bouw geen enkel geluid van hamers, houwelen of andere ijzeren gereedschappen te horen.

 

David overhandigde zijn zoon Salomo een bouwplan van de voorhal en de achterliggende vertrekken, de bovenzalen, de binnenvertrekken en de ruimte voor de verzoeningsrite. Daarbij was ook geschreven hoe hij alles had bedacht: de tempelhoven en de voorraadkamers, de schatkamers van de tempel van God en de schatkamers voor de wijngeschenken, het dienstrooster van de priesters en de Levieten, de tempeldiensten en de voorwerpen die daarbij gebruikt moesten worden. Tot en met het gewicht dat het goud en zilver dat de voorwerpen voor verschillende diensten moesten hebben.